Vertalingen naspeuren NL>ES
naspeuren (ww.) | averiguar (ww.) ; comprobar (ww.) ; controlar (ww.) ; investigar (ww.) ; rastrear (ww.) |
naspeuren | impresión de los errores ; rastreo |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `naspeuren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: nasporenNL: navorsenNL: onderzoeken