Vertaal
Naar andere talen: • merken > DEmerken > ENmerken > FR
Vertalingen merken NL>ES

merken

werkw.
Uitspraak:  [ˈmɛrkə(n)]
Verbuigingen:  merkte (verl.tijd ) heeft gemerkt (volt.deelw.)

1) waarnemen - notar
niet laten merken dat je teleurgesteld bent - no manifestar que estás decepcionado
Ik heb niets gemerkt van het lawaai. - No me di cuenta del ruido.

2) voorzien van een herkenningsteken - marcar
De dozen met glaswerk zijn gemerkt met een X. - Las cajas con cristales están marcadas con una X.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
merken (ww.) entrever (ww.) ; ver (ww.) ; señalar (ww.) ; sellar (ww.) ; rubricar (ww.) ; ratificar (ww.) ; precintar (ww.) ; percibir (ww.) ; percatarse de (ww.) ; pegar un sello (ww.) ; observar (ww.) ; notar (ww.) ; marcar (ww.) ; estar presente (ww.) ; distinguir (ww.) ; darse cuenta de (ww.) ; contemplar (ww.) ; constatar (ww.) ; advertir (ww.) ; acreditar (ww.)
merken concesion ; trazar ; señalamiento de árboles ; referencia ; marcado ; marcación ; marca ; estampillado
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `merken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanduiden
NL: aangeven
NL: aankruisen
NL: bekijken
NL: bekrachtigen
NL: bemerken
NL: bespeuren
NL: bestempelen
NL: certificeren
NL: gadeslaan