1)aankoop en verkoop (van goederen en diensten) - comercio (el ~)
de handel in fruit - el comercio de frutas
2)bedrijf dat handel (1) drijft - negocio (el ~)
een handel in antiek hebben - tener un negocio de antigüedades boekhandel - comercio de libros
3)deel van de uitdrukking: -
de hele handel
(=alle spullen) - todos los trastos
Ik wil die boeken en tijdschriften niet meer hebben, dus neem het hele handeltje maar mee. - Ya no quiero tener esos libros y revistas, así que llévate todos los trastos.
4)deel van de uitdrukking: -
iemands handel en wandel
(=iemands gedrag en handelingen) - vida y milagro de alguien
De handel en wandel van de voetbalbond begint me te irriteren. - La andadura de la liga de fútbol empieza a fastidiarme.