Vertalingen grootspreken NL>ES
grootspreken (ww.) | cortar (ww.) ; cortar en pedazos (ww.) ; cucharear (ww.) ; hacer pedazos (ww.) ; jactarse de (ww.) ; presumir (ww.) ; vanagloriarse de (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `grootspreken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bluffenNL: opscheppenNL: opsnijdenNL: snoeven