Vertalingen bek NL>ES
de bek
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [bɛk] |
Verbuigingen: | bekken (meerv.) |
1) mond van een dier -
pico (el ~) De vos hield een kip in zijn bek. - El zorro tenía una gallina en la boca. |
2) mond van een mens -
boca (la ~) Hou je bek! (=wees stil) - ¡Calláte!
|
Breek me de bek niet open. (=laat ik daar maar niet over praten) - Mejor será callar.
|
op je bek gaan (=vallen) - caerse de hocicos
|
op je bek gaan (=een stomme fout maken die anderen kunnen zien) - meter la pata
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de bek (m) | la boca (v) ; la bocaza (v) ; la mandíbulas (v) ; el pico (m) |
bek | boca ; pico ; punta |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: facieNL: mondNL: muilNL: smoelNL: smoelwerkNL: snavelNL: snuitNL: tuitNL: waffel