Vertalingen nemen NL>ES
nemen
werkw.
Uitspraak: | [ˈnemə(n)] |
Verbuigingen: | nam (verl.tijd ) heeft genomen (volt.deelw.) |
1) (iets) pakken, gebruiken -
coger , tomar nog een kopje koffie nemen - tomar otro café een dag vrij nemen - tomar un día libre de trein nemen - coger el tren |
het woord nemen (=iets gaan zeggen) - tomar la palabra
|
2) (iets wat je niet wilt) aanvaarden -
aceptar het niet langer nemen dat je uitgescholden wordt - no aceptar más cuando te insultan |
3) deel van de uitdrukking: -
iets op je nemen (=beloven dat je iets zult doen) - hacerse cargo de algo
|
4) deel van de uitdrukking: -
iemand ertussen nemen (=iemand opzettelijk iets laten geloven dat niet waar is) - tomarle el pelo a alguien
|
5) deel van de uitdrukking: -
je genomen voelen (=vinden dat je bedrogen bent) - sentirse engañado
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
nemen (ww.) | coger (ww.) ; conseguir (ww.) ; obtener (ww.) ; tomar (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `nemen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanpakkenNL: aanschaffenNL: aanvattenNL: doucheNL: gebruikenNL: graaienNL: oprapenNL: pakkenNL: vatten