Vertalingen afhaken NL>ES
afhaken
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑfhakə(n)] |
Verbuigingen: | haakte af (verl.tijd ) heeft, is afgehaakt (volt.deelw.) |
ophouden met meedoen -
abandonar afhaken bij de besprekingen - retirarse de las negocaciones door een blessure moeten afhaken in de wedstrijd - tener que abandonar el partido por una lesión |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afhaken (ww.) | abandonar (ww.) ; dejar (ww.) ; dejar de (ww.) ; desacoplar (ww.) ; desemprender (ww.) ; parar (ww.) ; quedar eliminado (ww.) ; retirarse (ww.) ; salir (ww.) ; separar (ww.) ; soltar (ww.) |
afhaken | caer en picado |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afhaken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afkoppelingNL: afvallenNL: afzeggenNL: afzien vanNL: eindigenNL: eruitstappenNL: kappenNL: loshakenNL: ontkoppelingNL: opgeven