Vertaal
Naar andere talen: • wippen > DEwippen > ENwippen > FR
Vertalingen wippen NL>ES

wippen

werkw.
Uitspraak:  [ˈwɪpə(n)]
Verbuigingen:  wipte (verl.tijd ) heeft gewipt (volt.deelw.)

1) op een wip (1) spelen - jugar en el balancín
Wil je schommelen of wippen? - ¿Quieres jugar en el columpio o en el balancín?

2) heen en weer bewegen - dar saltitos
De mees wipte van de ene tak naar de andere. - El paro daba saltitos de un ramo a otro.

3) je stoel op de twee achterste poten laten wiebelen terwijl je erop zit - balancear
Zit niet te wippen! - ¡No balancees!

4) geslachtsgemeenschap hebben - follar
Ze liggen te wippen in de caravan. - Están follando en la caravana.

5) (iets) ergens met een snelle beweging uitlichten - quitar
de toetsen voorzichtig uit het toetsenbord wippen - quitar con cuidado los teclados del teclado

6) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking even bij iemand naar binnen wippen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
wippen (ww.) derribar (ww.) ; saltar (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `wippen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afzetten
NL: neuken
NL: springen