Vertalingen wippen NL>EN
wippen
werkw.
Uitspraak: | [ˈwɪpə(n)] |
Verbuigingen: | wipte (verl.tijd ) heeft gewipt (volt.deelw.) |
1) op een wip (1) spelen -
jump, hop, nip, pop Wil je schommelen of wippen? - Do you want to swing or jump? |
2) heen en weer bewegen -
rock, swing, hop De mees wipte van de ene tak naar de andere. - The chickadee was swinging around from one branch to the other. |
3) je stoel op de twee achterste poten laten wiebelen terwijl je erop zit -
rock, wobble 4) geslachtsgemeenschap hebben -
bang, hump, get laid 5) (iets) ergens met een snelle beweging uitlichten -
whisk, get out de toetsen voorzichtig uit het toetsenbord wippen - get the keys carefully out of the keyboard |
even bij iemand naar binnen wippen (=iemand een kort bezoek brengen) - pop in-and out
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
wippen (ww.) | to bring down ; to leap ; to overthrow ; to overturn ; to topple |
wippen | balance ; drop ; have sex ; poise |
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `wippen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afzettenNL: neukenNL: springenUitdrukkingen en gezegdes
NL: de kamer uit
wippen
EN: nip (whisk) out of the roomNL: met zijn stoel
wippen
EN: tilt one's chair