werkw.
Hij vroeg of ik hier vaker kwam. - Me preguntó si venía a menudo aquí. Vraag me niet waarom, het is nu eenmaal zo. - No me preguntes por qué, simplemente es así. Ze keek me vragend aan. - Me miró con ojos inquisidores. |
iemand het hemd van het lijf vragen (=iemand heel veel vragen stellen over iets) - tirarle a alguien de la lengua
|
als ik vragen mag (=<dit voeg je toe aan een vraag die je wat minder bot of streng wil laten klinken>) - si me permite la pregunta
Wat kom je hier doen, als ik vragen mag? - ¿Qué vienes a hacer aquí, si me permites la pregunta?
|
als je het mij vraagt (=volgens mij) - si me lo preguntas
|
naar iemand vragen (=vragen of iemand aanwezig is of hoe het met iemand gaat) - preguntar por alguien
Vroeg ze nog naar mij? - ¿Ella preguntó por mí?
|