Vertaal
Naar andere talen: • schijnen > DEschijnen > ENschijnen > FR
Vertalingen schijnen NL>ES

schijnen

werkw.
Uitspraak:  [ˈsxɛinə(n)]
Verbuigingen:  scheen (verl.tijd ) heeft geschenen (volt.deelw.)

1) licht geven - brillar
De zon schijnt. - El sol brilla.
Die lamp schijnt hinderlijk in mijn gezicht. - Esa lámpara me da en la cara de manera fastidiosa.

2) lijken te zijn, zonder dat je weet of het zo is - parecer
Zij schijnt pas achttien jaar oud te zijn. - Parece que ella tiene sólo dieciocho años.
Er schijnt hier vroeger een Romeinse tolweg gelopen te hebben. - Parece que antiguamente había una carretera de peaje romana aquí.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
schijnen (ww.) amanecer (ww.) ; brillar (ww.) ; centellear (ww.) ; clarear (ww.) ; dar luz (ww.) ; destellar (ww.) ; fosforescer (ww.) ; hacer brillar (ww.) ; iluminarse (ww.) ; lucir (ww.) ; parecer (ww.) ; parecerse (ww.) ; relampaguear (ww.) ; satinado (ww.)
het schijnenel brillo (m)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `schijnen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: de schijn van iets hebben
NL: doen voorkomen
NL: eruit zien
NL: flikkeren
NL: fonkelen
NL: glanzen
NL: licht geven
NL: licht verspreiden
NL: lijken
NL: overkomen