Vertalingen starten NL>ES
starten
werkw.
Uitspraak: | [ˈstɑrtə(n)] |
Verbuigingen: | startte (verl.tijd ) |
1) beginnen, of (iets) beginnen -
empezar Verbuigingen: | is, heeft gestart (volt.deelw.) |
Ik ben gestart met het onderzoek. - Empecé la investigación. een bedrijf starten - poner en marcha una empresa |
2) (van een motor) gaan functioneren, of (een motor) op gang brengen -
poner en marcha Verbuigingen: | is, heeft gestart (volt.deelw.) |
De auto wil niet starten. - El coche no quiere ponerse en marcha. Ik heb de motor al gestart. - Ya arranqué el motor. |
3) een wedstrijd beginnen sport -
salir Verbuigingen: | is gestart (volt.deelw.) |
De zeiljachten starten over een uur. - Los yates de vela salen en una hora. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
starten (ww.) | comenzar (ww.) ; lanzar (ww.) ; iniciar (ww.) ; inaugurar (ww.) ; entrar en (ww.) ; entornar (ww.) ; engordar (ww.) ; emprender (ww.) ; empezar (ww.) ; despegar (ww.) ; conectar (ww.) ; arrancar (ww.) ; afilar (ww.) ; activarse (ww.) ; acentuar (ww.) ; abrir (ww.) ; abordar (ww.) |
starten | arrancar ; puesta en marcha del pozo ; el inicio (m) ; el comienzo (m) ; arranque |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `starten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandoenNL: aankaartenNL: aanknopenNL: aanmakenNL: aansnijdenNL: aanvangenNL: aanzettenNL: beginnenNL: entamerenNL: gesprek aanknopen