Vertalingen neus NL>ES
de neus
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [nøs] |
Verbuigingen: | neuzen (meerv.) |
uitstekend deel in het midden van je gezicht waarmee je ruikt -
nariz (la ~) je neus snuiten - soplar la nariz |
je neus in andermans zaken steken (=je bemoeien met dingen waarmee je niks te maken hebt) - meter las narices en el asunto de los demás
|
een wassen neus (=minder belangrijk of moeilijk dan het lijkt) - pan comido
|
doen alsof je neus bloedt (=doen alsof je onschuldig bent) - hacerse el desentendido
|
van je neus maken (=boos worden op een manier die anderen vervelend vinden) - enfadarse de manera fastidiosa
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
neus (ww.) | burla (ww.) ; burlarse (ww.) |
de neus (m) | la nariz (v) |
neus | anillo del mandril ; entrada ; nariz ; parte anterior |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `neus`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boegNL: gokNL: piekNL: puntNL: reukNL: reukorgaanNL: snavelNL: snoetNL: spitsNL: tip