Vertalingen doen NL>ES
doen
werkw.
Uitspraak: | [dun] |
Verbuigingen: | deed (verl.tijd ) heeft gedaan (volt.deelw.) |
1) een handeling verrichten -
hacer Wat ben je aan het doen? - ¿Qués estás haciendo? een boodschap doen - hacer una compra lief tegen iemand doen - ser cariñoso con alguien |
er is niets aan te doen (=het kan niet anders, je moet dit accepteren) - no hay nada que hacer
|
iets van iemand gedaan krijgen (=zorgen dat iemand iets doet dat jij wilt) - lograr hacer algo de alguien
Ik kreeg van hem gedaan dat hij me naar huis bracht. - Logré que me llevara a casa.
|
het met elkaar doen (=seks hebben met elkaar) - hacerlo juntos
|
2) deel van de uitdrukking: -
het doen (=werken) - funcionar
De lamp doet het niet. - La lámpara no funciona.
|
3) (op een plaats) brengen -
poner een zakdoek in je zak doen - poner un pañuelo en tu bolsillo kaas op je boterham doen - poner queso en tu emparedado |
4) deel van de uitdrukking: -
dat doet me ... (=ik ervaar dat als ...) - me da...
Zijn hartelijkheid doet me goed. - Su cordialidad me hace bien.
|
5) deel van de uitdrukking: -
Ze doen maar. (=ik laat me er niet door beïnvloeden) - Que lo hagan
|
6) deel van de uitdrukking: -
Wie doet me wat? (=wie kan me tegenhouden?) - No tengo miedo.
|
7) in orde maken -
ordenar de kamer doen - ordenar la habitación je haar doen - peinarse |
8) ervoor zorgen dat iets gebeurt -
hacer Dat afstapje deed hem vallen. - Ese escalón le hizo caer. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
doen (ww.) | actuar (ww.) ; colocar (ww.) ; efectuar (ww.) ; hacer (ww.) ; hacer realizar (ww.) ; poner (ww.) ; realizar (ww.) ; situar (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `doen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: agerenNL: bewerkstelligenNL: doeNL: doetNL: handelenNL: kostenNL: leggenNL: optredenNL: uitrichtenNL: uitvoeren