streng

bijv.naamw.

Uitspraak:

[strɛŋ]

1) als iets of iemand je weinig vrijheid geeft om het anders te doen - stern, strict, severe

een strenge docent - a stern professor een streng dieet - a strict diet Het is ten strengste verboden dit terrein te betreden. - It is absolutely forbidden to enter this property. / Keep out or else.

2) (van winters weer) hevig - austere, rigorous, severe

strenge kou - severe cold weather een strenge winter - rigorous winter strenge vorst - severe frost

© K Dictionaries Ltd.

streng

stringent ; strict ; stern ; severe ; precisely ; precise ; ponytail ; plat ; inflexible ; braided hair ; binding ; according to rules ; tight ; wire strand ; trace ; austere ; stranded wire ; strand ; slip ; skein ; rigourous ; primary strand ; harsh ; hank ; firm ; cord ; bridle ; billet ; austere. skein

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; MWB; Vlietstra




NL: bars
NL: bindend
NL: bundel
NL: consequent
NL: dakspant
NL: dwingend
NL: gestreng
NL: haarstreng
NL: haarvlecht
NL: koud

NL: een streng protestant EN: a rigid (strict) Protestant
NL: zich streng aan de voorschriften houden EN: adhere (stick) rigidly to the regulations
NL: streng verboden toegang EN: strictly private
NL: streng parelen EN: string of pearls