Vertalingen snuffelen NL>EN
snuffelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈsnʏfələ(n)] |
Verbuigingen: | snuffelde (verl.tijd ) heeft gesnuffeld (volt.deelw.) |
1) (van dieren) aandachtig ruiken -
sniff, snuffle De hond snuffelde aan mijn jas. - The dog sniffed at my coat. |
2) rondkijken of je iets ziet wat je zou willen hebben -
browse, dabble, potter snuffelen in de bakken met lager geprijsde kleren - browse in the bins with discount clothing |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
snuffelen (ww.) | to browse ; to burrow ; to ferret ; to grabble ; to investigate ; to nose ; to nuzzle ; to pry ; to research ; to rummage ; to search for ; to smell ; to sniff around |
snuffelen | snuffle |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `snuffelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: graaienNL: grabbelenNL: grasduinenNL: naspeuring doenNL: neuzenNL: rechercherenNL: rondneuzenNL: rondwroetenNL: ruikenNL: snuiven