Vertaal
Naar andere talen: • snuffelen > DEsnuffelen > ENsnuffelen > FR
Vertalingen snuffelen NL>ES

snuffelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈsnʏfələ(n)]
Verbuigingen:  snuffelde (verl.tijd ) heeft gesnuffeld (volt.deelw.)

1) (van dieren) aandachtig ruiken - olfatear
De hond snuffelde aan mijn jas. - El perro olfateaba mi abrigo.

2) rondkijken of je iets ziet wat je zou willen hebben - curiosear
snuffelen in de bakken met lager geprijsde kleren - curiosear en los estantes con prendas rebajadas en precio

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
snuffelen (ww.) agarrar (ww.) ; curiosear (ww.) ; descubrir (ww.) ; esnifar (ww.) ; hurgar (ww.) ; hurgar en (ww.) ; husmear en (ww.) ; pillar (ww.) ; rastrear (ww.) ; revolver (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `snuffelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: graaien
NL: grabbelen
NL: grasduinen
NL: naspeuring doen
NL: neuzen
NL: rechercheren
NL: rondneuzen
NL: rondwroeten
NL: ruiken
NL: snuiven