Vertalingen sluiten NL>EN
sluiten
werkw.
Uitspraak: | [ˈslœytə(n)] |
Verbuigingen: | sloot (verl.tijd ) heeft gesloten (volt.deelw.) |
1) dichtdoen -
close, close/shut down je ogen sluiten - close one's eyes de deur sluiten - close the door De winkel is gesloten. - The store is closed. |
2) (een overeenkomst) officieel maken -
close, enter into, take out, negotiate een contract sluiten - take out a contract / close a deal een huwelijk sluiten - enter into marriage |
3) deel van de uitdrukking: een vergadering sluiten (=een vergadering laten ophouden/beëindigen) - close the meeting
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sluiten (ww.) | to draw ; to turn off ; to shut down ; to shut ; to seal ; to pull to ; to pull shut ; to lock ; to fit ; to fasten ; to conclude ; to close down ; to close |
sluiten | be closed ; sealing ; nosing ; closing operation ; close ; bottling |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `sluiten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aaneensluitenNL: aangaanNL: afgrendelenNL: aflopenNL: afrondenNL: afsluitenNL: borgenNL: buiten houdenNL: dichtdoenNL: dichtgaanUitdrukkingen en gezegdes
NL: een koop
sluiten
EN: strike a bargainNL: een lening
sluiten
EN: contract a loanNL: de begroting sluit
EN: the budget balancesNL: de markt sloot vast
EN: the market closed firmNL: de redenering sluit niet
EN: the argument does not hold waterNL: de rekening sluit met een verlies van...
EN: the account shows a loss of...NL: Iemand aan het hart
sluiten
EN: clasp a person to one's heartNL: in elkaar
sluiten
EN: dovetailNL: zich
sluiten
EN: closeNL: in zich
sluiten
EN: (figuurlijk) imply