Vertalingen PIT NL>EN
pit
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [pɪt] |
Verbuigingen: | -ten (meerv.) |
1) hard ding in een vrucht waaruit een nieuwe boom kan groeien -
kernel, seed sinaasappels zonder pit - seedless oranges |
2) brander op een gasfornuis -
stove, gas burner tweepits gasstel - two burner stove top |
iets op een laag pitje zetten (=weinig tijd en aandacht meer aan iets besteden) - put on a back burner; put on hold
|
3) deel van de uitdrukking: iemand waar pit in zit (=iemand die daadkracht en energie heeft) - someone with a character
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de pit | the zest ; the wick ; the stone ; the seed ; the pith ; the pit ; the pip ; the kernel ; the diligence ; the assiduity ; the ardor |
PIT (Afkorting) | PIT (Afkorting) ; physical inventory taking |
pit | core ; wick ; sand hole ; pit ; pip ; nucleus ; kernel ; grape seed ; granule ; grain ; fuse |
Bronnen: Trueterm; Wakefield genealogy pages; Horecagids; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `PIT`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: binnenste van een vruchtNL: elanNL: futNL: gloedNL: kaarsenpitNL: lemmetNL: spanjoolNL: vlamNL: vruchtenpitNL: vuurAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: ardour US-spelling: ardor |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: van
pitten ontdoen
EN: stoneNL: zonder
pitten
EN: stonelessNL: hij heeft
pit
EN: he has plenty of go in himNL: op een zacht
pitje zetten
EN: put on ice