Vertalingen korten NL>EN
korten
werkw.
Uitspraak: | [ˈkɔrtə(n)] |
Verbuigingen: | kortte (verl.tijd ) |
1) (iemand) minder geven dan eerder -
cut down, cut back, trim Verbuigingen: | heeft gekort (volt.deelw.) |
iemand korten op zijn uitkering - cut down on someone's benefits het korten van hulp aan ouders met een invalide kind - budgetizing on help for parents with a handicapped child |
2) korter worden -
shorten Verbuigingen: | is gekort (volt.deelw.) |
In de winter korten de dagen. - In the winter days become shorter. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
korten (ww.) | to cut ; to trim ; to skim ; to shrinking back ; to shrinking ; to shorten ; to save ; to pare ; to economize ; to decrease ; to cut down ; to cut close ; to clip ; to abbreviate |
het korten | the abridging ; the abridgement ; the abbreviating |
korten | abridge ; rebate ; docking ; discount ; curtail ; count down |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `korten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aftrekkenNL: besparenNL: bezuinigenNL: dodenNL: inkortenNL: kort knippenNL: kort makenNL: krimpenNL: matigenNL: minderenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: abridgement US-spelling: abridgment |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: de tijd
korten
EN: beguile (shorten) the time