Vertalingen besparen NL>EN
besparen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈsparə(n)] |
Verbuigingen: | bespaarde (verl.tijd ) heeft bespaard (volt.deelw.) |
1) minder uitgeven of verbruiken -
save, economize brandstof besparen - save on gas besparen op de energierekening - save on energy bills |
2) ervoor zorgen dat iemand niet iets vervelends overkomt -
save, spare, relieve Bespaar me je sarcasme. (=doe niet zo sarcastisch) - Save the sarcasm! Spare me your sarcasm!
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
besparen (ww.) | to cut down ; to economize ; to have left ; to moderate ; to save ; to spare ; to use less |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `besparen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beknibbelenNL: bezuinigenNL: geld besparenNL: kortenNL: matigenNL: minder gebruikenNL: mingebruikenNL: sparenNL: uitsparenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: economise US-spelling: economize |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: bespaar mij die aanblik
EN: spare me that sightNL: zich de moeite
besparen
EN: save (spare) o.s. the trouble