Vertalingen conveniëren NL>EN
conveniëren (ww.) | to be all right ; to be convenient to ; to be fit ; to be right ; to be suitable ; to befit ; to like ; to suit |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `conveniëren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanstaanNL: bevallenNL: deugenNL: passenNL: schikkenNL: uitkomen