Vertalingen aanvangen NL>EN
aanvangen (ww.) | to begin ; to commence ; to set in motion ; to set up ; to start to ; to strike up ; to take off ; to take on ; to undertake |
het aanvangen | the beginning ; the commencing ; the starting |
aanvangen | gathering ; start ; to gather |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `aanvangen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbrekenNL: aangaanNL: aanknopenNL: aanvaardenNL: beginnenNL: intredenNL: startenNL: van start gaanUitdrukkingen en gezegdes
NL: hoe zal ik dat
aanvangen?
EN: how shall I set about it?NL: wat moet ik nu
aanvangen?
EN: what am I to do now?NL: er is niets met hem aan te vangen
EN: he is quite unmanageable