Vertalingen aanvangen NL>FR
aanvangen (ww.) | entamer (ww.) ; toucher (ww.) ; s'activer (ww.) ; prendre (ww.) ; partir (ww.) ; ouvrir (ww.) ; lancer (ww.) ; faire (ww.) ; envoyer (ww.) ; entreprendre (ww.) ; engager (ww.) ; commencer (ww.) ; amorcer (ww.) ; activer (ww.) |
het aanvangen | commencement (m) |
aanvangen | cueillage ; départ (m) ; cueillir ; cueiller |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `aanvangen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbrekenNL: aangaanNL: aanknopenNL: aanvaardenNL: beginnenNL: intredenNL: startenNL: van start gaanUitdrukkingen en gezegdes
NL: wat zullen we nu met hem
aanvangen
FR: que faire de lui