Vertaal
Naar andere talen: • aanspraak > DEaanspraak > ESaanspraak > FR
Vertalingen aanspraak NL>EN

aanspraak

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈansprak]
Verbuigingen:  -spraken (meerv.)

1) keer dat mensen tegen je praten - contact, company
Ik ben vaak alleen en heb weinig aanspraak. - I spend a lot of time alone, and have very few contacts.

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking aanspraak maken op iets

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de aanspraakthe claim ; the demand ; the legal ground ; the legal title ; the ownership ; the title
aanspraak presumption ; pretence
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `aanspraak`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: claim
NL: recht
NL: rechtsgrond
NL: rechtstit
NL: rechtstitel
NL: tit
NL: titel

Alternatieve spelling of gebruik
Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels:
UK-spelling: pretence
US-spelling: pretense
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: aanspraak hebben op EN: have a claim to, be entitled to
NL: aanspraak maken op EN: lay claim to
NL: veel aanspraak hebben EN: see a good many people