verzorgen

Vertalingen verzorgen NL>EN

werkw.

Uitspraak:	[vər'zɔrxə(n)]
Verbuigingen:	verzorgde (verl.tijd ) heeft verzorgd (volt.deelw.)

1) (iets, een patiënt enz.) geven wat nodig is - care for, look after, tend to

Als ik op vakantie ben, wil jij dan mijn plantjes verzorgen? - Would you take care of my plants when I go on vacation?
Je moet jezelf beter verzorgen. (=je moet gezonder leven) - You have to take better care of yourself.

2) regelen, zorgen voor - take care of, bring off

Wie verzorgt het geluid? - Who makes the noise?
een geheel verzorgde vakantie (=een reis waarbij de reisorganisatie zorgt voor vervoer, overnachtingen, maaltijden, excursies enz.) - vacation package

Overige bronnen

verzorgen (ww.)	to attend ; to care ; to care for ; to look after ; to nurse ; to nurture ; to provide ; to serve ; to take care ; to take care of ; to take care of somebody ; to tend ; to treat
verzorgen	nursery ; tend to

Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Wikipedia

Voorbeeldzinnen met `verzorgen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: behandelen
NL: behartigen
NL: bewaken
NL: bewaren
NL: helpen
NL: hoeden
NL: omzien
NL: onderhouden
NL: opletten
NL: oppassen

Ook in de database