Vertalingen stijf NL>EN
stijf
bijv.naamw.
1) als iets of iemand niet soepel kan bewegen -
dense, stiff, tight een stijve nek hebben - have a stiff neck stijf zijn van de kou - be numb with cold eiwit stijf kloppen - to wisk a egg white till stiff |
2) als iemand terughoudend en vormelijk is -
formal, stiff, uptight een stijve trut - an uptight wench |
3) deel van de uitdrukking: je mond stijf dicht houden (=vastberaden niets zeggen) - seal one's lips
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
stijf | measured ; rigid ; stiff ; wooden ; inflexible ; rigid ; starch ; stiff |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; KNNV Botanical glossary; KNNV
Voorbeeldzinnen met `stijf`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgemetenNL: afgemeten pratenNL: hardNL: harkerigNL: houterigNL: priesterlijkNL: stevigNL: stramNL: strengNL: stroefUitdrukkingen en gezegdes
NL: stijf van de kou
EN: stiff (numb) with coldNL: iets
stijf en strak volhouden
EN: stoutly maintain s.th.