de stap

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[stɑp]
Verbuigingen:	-pen (meerv.)

1) keer dat je bij het lopen je ene voet voor de andere plaats - step, pace, gait

Het kindje kon vier stappen lopen en viel dan weer. - The baby made four steps and again fell down.

grote stappen, gauw thuis (=snel en slordig) - when in a rush one is more likely to fall

stap voor stap (=langzaam en geleidelijk) - step for step

2) onderdeel van een plan of proces - grade, measure, step

De volgende stap is de afwerking van het product. - The next step is the last finishing touch on the product. stappenplan - step-by-step plan

© K Dictionaries Ltd.

de stap (m)	the step ; the stride
de stap	the pace
stap	grade ; layer ; procedure ; progressive ratio ; walk

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; KNNV; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm




NL: accumulatie
NL: actie
NL: fase
NL: hoop
NL: opeenhoping
NL: opeenstapeling
NL: ophoping
NL: opstapeling
NL: pas
NL: schrede

NL: een stap doen EN: take a step
NL: de stap wagen EN: take the plunge
NL: bij iedere stap EN: at every step
NL: op stap gaan EN: set out
NL: stap voor stap EN: step by step