Vertalingen SPRINT NL>EN
de sprint
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [sprɪnt] |
Verbuigingen: | -en, -s (meerv.) |
1) wedstrijd wie het snelst een korte afstand aflegt sport -
sprint Ze won het Nederlands kampioenschap sprint. - She won the Dutch national sprint championship. |
2) korte periode dat je heel hard loopt of fietst -
sprint, run, dash eindsprint - final sprint/kick De wielrenner won de etappe door een sprint in de laatste minuten. - The bicyclist won the stage by sprinting in the last few minutes. Ik nam een sprint en haalde nog net de bus. - I ran and just got the bus. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de sprint (m) | the spirt ; the sprint ; the spurt |
de sprint | the dash |
SPRINT (Afkorting) | SPRINT (Afkorting) |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `SPRINT`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ren over korte afstandNL: spurt