Vertalingen sprinten NL>EN
sprinten
werkw.
| Uitspraak: | [ˈsprɪntə(n)] |
| Verbuigingen: | sprintte (verl.tijd ) heeft, is gesprint (volt.deelw.) |
kort heel hard rennen of fietsen -
sprint © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| sprinten (ww.) | to dash ; to race ; to run ; to rush ; to scamper ; to sprint |
Bronnen: Tecdic.com; interglot
Voorbeeldzinnen met `sprinten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dravenNL: hollenNL: pezenNL: sjezenNL: spurten