het ongeluk

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈɔnxəlʏk]
Verbuigingen:	-ken (meerv.)

1) onverwachte en onaangename gebeurtenis - accident, disaster, bad luck

verkeersongeluk - traffic accident

2) onaangename toestand - accident, misadventure, misfortune
3) deel van de uitdrukking:

per ongeluk (=zonder dat het de bedoeling was) - by accident per ongeluk een glas laten vallen - to let a glass fall by accident

© K Dictionaries Ltd.

het ongeluk

the accident ; the bad luck ; the evil ; the misery ; the misfortune ; the mishap ; the reverse ; the wistfulness

Bronnen: Wakefield genealogy pages; Wikipedia; interglot; Trueterm




NL: beproeving
NL: droefenis
NL: ellende
NL: gedaanteverwisseling
NL: kruis
NL: kwel
NL: leed
NL: malheur
NL: moeilijkheden
NL: ongeval

NL: een ongeluk komt nooit alleen EN: misfortunes never come singly
NL: een ongeluk zit in een klein hoekje EN: accidents soon happen
NL: geen ongeluk zo groot of er is een gelukje bij EN: it is an ill wind that blows nobody (any) good
NL: een ongeluk aan iemand begaan EN: do a person an injury
NL: zich een ongeluk eten EN: eat till one is ready to burst
NL: een ongeluk hebben, krijgen EN: have (meet with) an accident
NL: het ongeluk wilde EN: as ill(-)luck would have it
NL: bij (per) ongeluk EN: by accident, accidentally