het hoofd

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[hoft]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

1) bovenste deel van je lichaam, met je ogen, neus, mond, oren en hersenen - head

je hoofd schudden omdat je iets niet goed vindt - shake your head because you don't like something je hoofd kaal scheren omdat je dat stoer vindt staan - shave your head because you think it looks tough

boven het hoofd groeien (=(van moeilijkheden) te groot worden voor iemand) - pile up Door drukte groeit het werk me momenteel boven het hoofd. - The work is getting a bit too much, more than I can handle.

boven het hoofd hangen (=dreigen te gebeuren (van iets vervelends)) - hang over (someone's) head Er hangt hem een celstraf van vijf jaar boven het hoofd. - There is a sentence of five years imprisonment hanging over his head.

over het hoofd zien (=per ongeluk niet zien of aan denken) - overlook (something) Ik heb die mogelijke oorzaak over het hoofd gezien. - I have overlooked that one possible cause.

uit je hoofd leren (=zo leren dat je het zonder hulpmiddel weet) - learn (something) by heart een gedicht uit je hoofd leren - learn a poem by heart

een hard hoofd hebben in (=pessimistisch zijn over (iets)) - have grave doubts Ik heb er een hard hoofd in of we de finale zullen halen. - I got grave doubts we are going to make it to the finals.

je hoofd breken over (=hard nadenken over (iets)) - rack one's brains out; puzzle over (something)

Mijn hoofd loopt om. (=ik heb het erg druk) - My head is spinning.

Mijn hoofd staat er niet naar. (=ik ben daar niet voor in de stemming) - I am not in the the mood.

2) iemand die de leiding heeft van een onderdeel van een organisatie - head, master, warden

hoofd van de afdeling personeelszaken - Chief Personnel Manager

3) deel van de uitdrukking:

hoofd van de tafel (=korte zijde van de tafel) - head side of the table De jarige zit aan het hoofd van de tafel. - The birthday boy/girl sits at the head of the table.

© K Dictionaries Ltd.

het hoofd	the column ; the warden ; the tribal chief ; the superior ; the rector ; the principal ; the main ; the leader ; the headman ; the header ; the head teacher ; the head of a human being ; the head ; the Department Lead ; the commander ; the chieftain ; the chief ; the centurion ; the caption ; the captain ; the boss ; the beginning of a letter ; the beginning
hoofd	chapter heading ; main ; headpiece ; head of a page ; Head ; executive head ; coaming

Bronnen: Wakefield genealogy pages; Trueterm; interglot; Vlietstra; MWB; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aanhef
NL: aanvoer
NL: aanvoerder
NL: baas
NL: bol
NL: bovenkant
NL: chef
NL: gezicht
NL: harses
NL: hersens

Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `headmaster / headmistress / head ` In US-Engels gebruikt men `principal`

NL: een hoofd groter EN: a head taller
NL: zoveel hoofden zoveel zinnen EN: so many men so many minds
NL: het hoofd bieden EN: face, brave
NL: mijn hoofd is ermee gemoeid EN: my life is at stake
NL: mijn hoofd staat er niet naar EN: I am not in the mood for it
NL: zij staken de hoofden bij elkaar EN: (spreektaal) they went into a huddle
NL: een hoofd als vuur krijgen EN: flush crimson
NL: het hoofd kwijtraken EN: lose one's head
NL: het hoofd opsteken EN: rear one's head
NL: het hoofd stoten EN: (letterlijk) knock one's head (against), (figuurlijk) meet with a rebuff
NL: zich het hoofd breken over EN: cudgel one's brains about
NL: breek je daar maar niet 't hoofd over EN: don't worry about that
NL: hij is niet goed bij het hoofd EN: he is not all there
NL: het is mij door 't hoofd gegaan EN: it has slipped my mind
NL: ze viel 'n gat in haar hoofd EN: she broke her head
NL: al naar 't hem in zijn hoofd komt EN: according as the fancy takes him
NL: Iemand een beschuldiging naar 't hoofd gooien EN: level an accusation at a person
NL: al ga je op je hoofd staan EN: whatever you say
NL: over 't hoofd zien EN: overlook
NL: bedrag per hoofd EN: amount per head
NL: uit hoofde van EN: on account of