Vertaal
Naar andere talen: • hoofd > ENhoofd > EShoofd > FR
Vertalingen hoofd NL>DE

het hoofd

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [hoft]
Verbuigingen:  hoofden (meerv.)

1) bovenste deel van je lichaam, met je ogen, neus, mond, oren en hersenen - Kopf (der ~), Haupt (das ~)
je hoofd schudden omdat je iets niet goed vindt - den Kopf schütteln, weil man etwas nicht gut findet
je hoofd kaal scheren omdat je dat stoer vindt staan - den Kopf rasieren, weil man das cool findet
uitdrukking boven het hoofd groeien
uitdrukking boven het hoofd hangen
uitdrukking over het hoofd zien
uitdrukking uit je hoofd leren
uitdrukking een hard hoofd hebben in
uitdrukking je hoofd breken over
uitdrukking Mijn hoofd loopt om.
uitdrukking Mijn hoofd staat er niet naar.

2) iemand die de leiding heeft van een onderdeel van een organisatie - Oberhaupt (das ~), Ober... , Leiter/-in (die/der ~)
hoofd van de afdeling personeelszaken - Leiter der Personalabteilung

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking hoofd van de tafel

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hoofd (znw.)die Schulleiter ; der Hauptmann ; der HauptmanneinerGruppe ; der Kopf des Tisches ; das Kopfende ; die Kugel ; der Leiter ; der Rektor ; der Schuldirektor ; der Führer ; die Schulvorsteher ; der Stammeshäuptling ; der Titel ; der Vorgesetzte ; der Vorstand ; der Vorsteher ; der Überschrift ; die Zwiebel ; der Boss ; die Anführer ; der Anfang einer Brief ; der Anfang
het hoofdder Leiter ; der Chef ; die Chefin ; das Haupt ; der Kopf ; das Kopfende ; die Leiterin ; die Leitung ; Mole {{f
hoofd hauptsächliche ; Haupt- ; Leiter ; Kopf der Seite
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `hoofd`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanhef
NL: aanvoer
NL: aanvoerder
NL: baas
NL: bol
NL: bovenkant
NL: chef
NL: gezicht
NL: harses
NL: hersens

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: hoofd van d. afdeling DE: Leiter der Abteilung, Abteilungschef (der)
NL: de hoofden van bestuur DE: die Spitzen der Behörden
NL: hoofd (van een bijkantoor) DE: Leiter (der)
NL: hoofd van het bureau DE: Bürovorsteher (der)
NL: hoofd van dienst DE: Dienstleiter (der)
NL: hoofd van de gemeente DE: Gemeindevorsteher (der) DE: (van grote stad) Stadtoberhaupt (das)
NL: hoofd van h. gezin DE: Haupt der Familie
NL: hoofd van een inrichting DE: Leiter einer Anstalt
NL: hoofd (van d. kerk) DE: (Ober)Haupt
NL: hoofd van d. school DE: Schulvorsteher, Rektor (der)
NL: gekroonde hoofden DE: gekrönte Häupter
NL: inlands (stam)hoofd DE: inländischer Häuptling
NL: ik heb er een hard hoofd in DE: es scheint mir bedenklich
NL: mijn hoofd loopt om DE: ich weiß nicht wo mir der Kopf steht
NL: aan een gevaar het hoofd bieden DE: einer Gefahr die Spitze, Stirn bieten
NL: aan het hoofd van een inrichting staan DE: eine Anstalt leiten
NL: aan het hoofd van de familie staan DE: das Familienoberhaupt sein
NL: aan het hoofd (van h. leger, van d. staat staan) DE: an der Spitze
NL: z. aan het hoofd stellen DE: sich an die Spitze stellen
NL: aan het hoofd (van d. tafel) DE: