Vertaal
Naar andere talen: • hen > DEhen > EShen > FR
Vertalingen hen NL>EN

I de hen

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [hɛn]
Verbuigingen:  -nen (meerv.)

vrouwelijke kip - chicken


II hen

pronoun
Uitspraak:  [hɛn]

<als je over meer mensen praat en ze niet het onderwerp van de zin zijn>
- them
We moeten nog even op hen wachten. - We have to wait a bit for him.
We vertrouwen de buren dus we hebben hen onze huissleutel gegeven. - We trust our neighbors, so we gave them our house keys.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hen chicken ; fowl ; hen ; mother-chicken ; poultry ; them
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `hen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: hoen
NL: hun
NL: kip
NL: kloek