Vertaal
Naar andere talen: • hun > DEhun > EShun > FR
Vertalingen hun NL>EN

hun

pronoun
Uitspraak:  [hʏn]

1) <je zegt dit als iets van meer mensen is>
- their
De buren hebben hun huis verkocht. - The neighbors sold their house.

2) <je zegt dit als je over meer mensen praat>
aan of voor betrokkenen
- them
Ik heb hun mijn huisadres gegeven. - I've given them my house address.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de Hun (m) the Hun
Hun them ; her ; his ; its ; their ; theirs
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `hun`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: hen
NL: mof