Vertalingen hendel NL>EN
hendel
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈhɛndəl] |
| Verbuigingen: | -s (meerv.) |
handvat waarmee je een machine bedient -
handle, lever | Als je deze hendel overhaalt, gaat de boot varen. - When you pull on this handle, the boat goes sailing. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de, het hendel | the handle |
| de hendel (m) | the door handle ; the door-latch ; the grip |
| hendel | lever |
Bronnen: Autowoordenboek; interglot; Fietswoordenboek
Voorbeeldzinnen met `hendel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: deurklinkNL: greepNL: handelNL: handgreepNL: handvatNL: klinkNL: kruk