I gewoon

bijv.naamw.

Uitspraak:

[xəˈwon]

1) als iets niet opvalt en vaak voorkomt - unobtrusive, common, normal

in een gewoon flatje wonen - live in a normal apartment

Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. (=gedraag je vooral niet anders dan anderen) - Just behave normally, then it's already crazy enough.

2) als je iets vaak doet - normally, in the habit

Wij zijn gewoon de zomer aan de kust door te brengen. - We are in the habit of spending summer on the coast.

II gewoon

bijwoord

Uitspraak:

[xəˈwon]

<je zegt dit woord als je iets beweert zonder uitleg>
- just

Je moet gewoon doen wat ik zeg. - Just do what I say. Deze koffie is gewoon heerlijk! - This coffee is just wonderful.

Dat is gewoon niet mooi meer! (=<dat zeg je als reactie op iets waar teveel van is>) - That's too much! Er is zo veel te eten, dat is gewoon niet mooi meer! - There is so much food, it's too much!

© K Dictionaries Ltd.

gewoon

current ; usual ; used to ; quite common ; plain ; ordinary ; ordinarily ; normal ; habitual ; customary ; commonly ; common ; banal ; acceptable ; accustomed ; wonted ; simply ; regular ; normally ; just

Bronnen: interglot; Tecdic.com; Wakefield genealogy pages; MWB




NL: alledaags
NL: courant
NL: daags
NL: dagelijks
NL: domweg
NL: eenvoudig
NL: eenvoudigweg
NL: gangbaar
NL: gebruikelijk
NL: gemeen

NL: gewone breuk EN: vulgar fraction
NL: de gewone lezer EN: the general reader
NL: de gewone man EN: the man in the street
NL: gewone pas EN: quick march
NL: zoals hij gewoon was EN: as was his wont (habit)
NL: ik ben niet gewoon te lopen EN: I am not used to walking
NL: hij was gewoon te gaan vissen EN: he used to go fishing
NL: gewoon raken aan EN: get used to