bedoelen

werkw.

Uitspraak:	[bəˈdulə(n)]
Verbuigingen:	bedoelde (verl.tijd ) heeft bedoeld (volt.deelw.)

1) proberen iets of iemand aan te duiden of iets uit te leggen - intend, mean, give opinion

Wat bedoelt de dichter hiermee? - What does the poet mean to say by this?

Je zal je zuster bedoelen. (=<wat je zegt als je niet wilt doen wat je gevraagd wordt>) - You mistake me for someone else.

2) de intentie hebben - intend, mean, drive at

het zo kwaad niet bedoelen - not mean it like that het is niet persoonlijk bedoeld - it's not meant personally

© K Dictionaries Ltd.

bedoelen (ww.)	to aim at ; to intend ; to make for ; to mean ; to strive
bedoelen	aim

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages




NL: aanduiden
NL: ambiëren
NL: aspireren
NL: beogen
NL: ergens iets mee willen zeggen
NL: najagen
NL: nastreven
NL: pogen
NL: streven
NL: ten doel hebben

NL: ze bedoelen 't goed EN: they mean well
NL: goedbedoelde opmerkingen EN: well intentioned remarks
NL: het was niet kwaad bedoeld EN: no offence was meant
NL: wat bedoel je (daar) eigenlijk (mee)? EN: what are you driving at?