Vertalingen afdoen NL>EN
afdoen (ww.) | to finish ; to take off ; to settle ; to remove ; to put out ; to inter ; to have finished ; to have ended ; to fix ; to entomb ; to do out ; to dispatch ; to deduct |
afdoen | conclude ; put off ; finnish ; expedite |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `afdoen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhoudenNL: afbindenNL: afhandelenNL: afleggenNL: afmakenNL: afzettenNL: beslechtenNL: betalenNL: in orde makenNL: klarenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: despatch US-spelling: dispatch |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: dat doet er niets aan af
EN: that doesn't matterNL: dat doet niets van de waarde af
EN: that detracts nothing from the valueNL: dat heeft afgedaan
EN: that has had its day, that is played outNL: iets van de prijs
afdoen
EN: knock off somethingNL: ziezo, dat is afgedaan
EN: well, that's that