Vertalingen afbinden NL>EN
afbinden (ww.) | to bind ; to constrict ; to cure ; to harden ; to ligate ; to set ; to tie up |
afbinden | curing of glue ; ligate ; ligature ; setting of glue ; tie ; untie |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `afbinden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdoenNL: afsnoeren