Vertalingen aanbreken NL>EN
aanbreken
werkw.
Uitspraak: | [ˈambrekə(n)] |
Verbuigingen: | brak aan (verl.tijd ) |
1) beginnen -
break, dawn Verbuigingen: | is aangebroken (volt.deelw.) |
De dag breekt aan. - The day begins. |
2) openmaken en er iets van nemen -
break open, tear-out, pry Verbuigingen: | heeft aangebroken (volt.deelw.) |
een pak koek aanbreken - open a package of cookies een aangebroken pak melk blijft niet lang goed - an open carton of milk doesn't stay very long |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aanbreken (ww.) | to be off ; to begin ; to break into ; to commence ; to get under way ; to open ; to start ; to take off |
aanbreken | break ; broach ; cut into |
Bronnen: interglot; Trueterm; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `aanbreken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aansprekenNL: aanvangenNL: beginnenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `break ` In US-Engels gebruikt men `recess` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: bij het
aanbreken van de dag
EN: at daybreakNL: bij het
aanbreken van de nacht
EN: at nightfall