Vertalingen afsluiten NL>EN
afsluiten
werkw.
| Uitspraak: | [ˈɑfslœytə(n)] |
| Verbuigingen: | sloot af (verl.tijd ) heeft afgesloten (volt.deelw.) |
1) zorgen dat iets of iemand niet in, uit of door iets kan gaan -
close (up), block, seal een jampot luchtdicht afsluiten - seal the jam pot with an airtight lid
een weg afsluiten - block the road
een gebouw afsluiten - close up the building |
2) zorgen dat iets niet meer werkt -
lock up, shut off, turn off een computerprogramma afsluiten - close a program
de stroom afsluiten - shut off the energy source |
3) officieel regelen -
close up, finish, arrange | een hypotheek afsluiten - close on a mortgage |
4) een einde maken aan -
finish, terminate, discontinue | het zomerseizoen afsluiten met vuurwerk - close the summer season with fireworks |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| afsluiten (ww.) | to lock up ; to conclude ; to cover ; to cut off ; to draw ; to end ; to finish ; to finish off ; to lock ; to close ; to match ; to quit ; to seal ; to shut ; to shut down ; to shut off ; to terminate ; to turn off ; to bring to an end ; to bring to a conclusion ; to bring to a close |
| het afsluiten | the closing the shop ; the closing shop |
| afsluiten | accomodate ; accommodate ; bar ; capping ; corking ; fence off ; make a contract ; obstruct ; shutdown ; stopped-off area ; stopping off ; strike a balance ; terminate |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Autowoordenboek; kde.nl/node/386; MWB; Diving dictionary; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afsluiten`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangaanNL: afdammenNL: afgrendelenNL: afsluitingNL: afzonderenNL: beëindigenNL: besluitenNL: borgenNL: contracterenNL: dichtdoenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt.
In UK-Engels gebruikt men `bar `
In US-Engels gebruikt men `measure` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: zich
afsluiten van
EN: shut o.s. off from, seclude o.s. from
