Vertalingen zullen NL>DE
zullen
werkw.
Uitspraak: | [ˈzʏlə(n)] |
Verbuigingen: | zou (verl.tijd ) |
1) <met dit woord geef je aan dat iets in de toekomst gebeurt>
-
werden , sollen Er zullen meer mensen komen dan vorig jaar. - Es werden mehr Menschen als im letzten Jahr kommen. |
Er moet en zal ... (=<hiermee geef je aan dat iets niet te vermijden was>) - es muss unbedingt ...
We moesten en zouden hun vakantievideo bekijken. - Wir mussten unbedingt ihr Urlaubsvideo ansehen.
|
2) <met dit woord beschrijf je een (gewenste) mogelijkheid>
-
werden , würden , sollen , sollten Ik zou wel eens willen waterskiën. - Ich würde gerne einmal Wasserski fahren. Zou het zijn dochter zijn? - Sollte es seine Tochter sein? Het zal toch niet waar zijn! - Es kann/wird doch nicht wahr sein! |
3) <met dit woord formuleer je een beleefde vraag>
-
werden , sollen Zou u het raam dicht willen doen? - Würden Sie das Fenster bitte schließen? Zullen jullie niet te veel drinken? - Werdet ihr nicht zu viel trinken? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zullen (ww.) | sollen (ww.) ; werden (ww.) |
zullen (werkw.) | werden |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `zullen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: behorenNL: dienenNL: horenNL: moetenNL: zalNL: zouNL: zoudenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (volgens de krant) zal het weer anders worden
DE: wird das Wetter sich ändernNL: ik zal (het je zeggen)
DE: ich werde, willNL: ik zal eens gaan werken
DE: ich will mal an die Arbeit gehenNL: we
zullen wel zien
DE: wir werden ja sehenNL: ik zou (= wilde, stond op het punt) juist weggaan, toen...
DE: ich wollte eben fortgehen, als... (zie lager)NL: je zúlt (je les leren)
DE: (ik wil het) du sollstNL: gij zult niet doden
DE: (God, de natuurwet verbiedt het) du sollst nicht tötenNL: zal ik (het raam sluiten?)
DE: (wil jij dat ik...) soll ichNL: (mijn zoon) zal (dat huis erven)
DE: (zuiver toekomst) wird, (ik wil het) sollNL: (kom mee) dan zul je ('n beloning krijgen)
DE: (ik zal ervoor zorgen) so sollst duNL: (dat) zal me niet meer overkomen
DE: (ik wil dat niet meer) soll mir nicht wieder passierenNL: hij zou (niet oud worden)
DE: (lot, toeval, hogere macht wilde het) er sollteNL: (de boot) zou juist afvaren, toen...
DE: (stond op het punt; men, de dienstregeling wilde het) sollte eben abfahren, als...NL: zou hij komen, dan ga ik weg, (voor het geval hij komt, willen de omstandigheden dat hij komt) sollte er kommen
DE: so gehe ich fort DE: (hoge graad van waarschijnlijkheid, sterk vermoeden) werden, (meer mogelijkheid, een misschien zijn) mögenNL: hij zal wel (ginds zijn)
DE: er wird wohl, (kan, is misschien wel) er mag wohlNL: dat zal wel (zo zijn)
DE: das mag seinNL: wie zou (kan) hij toch zijn?
DE: wer mag er doch sein?NL: u zou z. wel eens kunnen vergissen
DE: (beleefd, voorzichtig uitgesproken vermoeden) Sie dürften sich irren, (bescheiden de mogelijkheid uitdrukkend) Sie könnten, möchten sich irrenNL: (de meesten van u)
zullen wel niet weten
DE: dürften nicht wissen DE: (twijfel, besluiteloosheid) sollenNL: wat zal ik doen?
DE: was soll ich tun?NL: (hij wist niet wat hij doen) zou
DE: