Vertalingen zuipen NL>DE
zuipen
werkw.
Uitspraak: | [ˈzœypə(n)] |
Verbuigingen: | zoop (verl.tijd ) heeft gezopen (volt.deelw.) |
gulzig of veel drinken, vooral alcoholhoudende drank -
saufen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zuipen (ww.) | saufen (ww.) ; sich besaufen (ww.) |
zuipen (werkw.) | saufen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `zuipen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: borrelenNL: drinkenNL: pimpelen