Vertalingen zuipen NL>ES
zuipen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈzœypə(n)] |
| Verbuigingen: | zoop (verl.tijd ) heeft gezopen (volt.deelw.) |
gulzig of veel drinken, vooral alcoholhoudende drank -
chupar © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| zuipen (ww.) | beber con exceso (ww.) ; beber mucho (ww.) ; emborracharse (ww.) ; empinar el codo (ww.) |
| het zuipen | el emborrachamiento (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zuipen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: borrelenNL: drinkenNL: pimpelen