Vertalingen zondigen NL>DE
zondigen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈzɔndəxə(n)] |
| Verbuigingen: | zondigde (verl.tijd ) heeft gezondigd (volt.deelw.) |
een (geloofs)regel overtreden -
sündigen , verstoßen | zondigen tegen een principe - gegen ein Prinzip verstoßen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| zondigen (ww.) | gegen etwas verstoßen (ww.) ; sündigen (ww.) |
| zondigen (werkw.) | sündigen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `zondigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dwalenNL: zonbegaan