Vertalingen donor NL>DE
de donor
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈdonɔr] |
Verbuigingen: | -en, -s (meerv.) |
iemand die iets van zijn lichaam geeft voor een ander (meestal een zieke) -
Spender (der ~) bloeddonor - Blutspender spermadonor - Samenspender nierdonor - Nierenspender |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de donor (m) | der Organspender ; der Spender ; die Spenderin |
donor | Blutspender ; Donator ; Donatoratom ; Donor ; Geberland ; Initiator ; Schlagpatrone |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `donor`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gever