Vertaal
Naar andere talen: • weifelen > ENweifelen > ESweifelen > FR
Vertalingen weifelen NL>DE

weifelen

werkw.
Uitspraak:  ['wɛifələ(n)]
Verbuigingen:  weifelde (verl.tijd ) heeft geweifeld (volt.deelw.)

niet kunnen beslissen - unschlüssig sein , schwanken
Hij weifelde even en besloot toen niet te gaan. - Er war unschlüssig und beschloss, nicht zu gehen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
weifelen (ww.) aufschieben (ww.) ; grübeln (ww.) ; hinausschieben (ww.) ; schwanken (ww.) ; unschlüssig sein (ww.) ; unschlüssig warten (ww.) ; verzögern (ww.) ; wanken (ww.) ; zaudern (ww.) ; zweifeln (ww.) ; zögern (ww.)
weifelen (werkw.) schwanken ; zögern
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `weifelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aarzelen
NL: dubben
NL: talmen
NL: twijfelen