Vertalingen dubben NL>DE
dubben
werkw.
Uitspraak: | [ˈdʏbə(n)] |
Verbuigingen: | dubde (verl.tijd ) heeft gedubd (volt.deelw.) |
lang en in twijfel nadenken -
nachdenken , überlegen , zweifeln zitten dubben waar je naar toe zult gaan met vakantie - darüber nachdenken, wohin man im Urlaub verreisen möchte |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dubben (ww.) | aufschieben (ww.) ; grübeln (ww.) ; hinausschieben (ww.) ; schwanken (ww.) ; synchronisieren (ww.) ; unschlüssig sein (ww.) ; unschlüssig warten (ww.) ; verzögern (ww.) ; wanken (ww.) ; zaudern (ww.) ; zweifeln (ww.) ; zögern (ww.) |
dubben | Synchronisation ; Synchronisieren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `dubben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aarzelenNL: nasynchroniserenNL: talmenNL: twijfelenNL: weifelen