Vertalingen wegvliegen NL>DE
wegvliegen (ww.) | abfliegen (ww.) ; aufsteigen (ww.) ; fortfliegen (ww.) ; wegfliegen (ww.) |
wegvliegen (werkw.) | davoneilen ; fortfliegen ; reißenden Absatz finden |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `wegvliegen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afvliegenNL: opstijgenNL: vlucht